Bijeenkomst 2
Deze bijeenkomst ging over taal en het effect van een goede taalvaardigheid. Elke docent zou moeten bijdragen aan de taalontwikkeling van de student.
Taalvaardigheid gaat over lezen en luisteren / schrijven en spreken. Woorden begrijpen in teksten, complexe zinnen begrijpen, juiste woorden gebruiken in een tekst en samenhang aanbrengen in een tekst. Met taal leer je het vak en leer je denken en uiten.
Voorbereiding
- Bas van Eerd: geeft uit proefschrift aan dat de publicaties die studenten moeten lezen in het HBO van matige kwaliteit zijn. Language, Power, and Pedagogy van Jim Cummings
- Ilias el Hadioui: Super diversity, de klas is een mini samenleving. Straat > Thuis > School. De behoefte van erkenning en waardering. Een onderliggend vertrouwen dus docent en student. Het vertrouwen naar de student dat je er voor ze bent. Docenten moeten het ook met elkaar hebben over de ‘sociale pijn’ die ze ervaren met klassen en studenten.
Leestekst doorgronden
Tijdens de technische vakken verwijzen we naak naar online artikelen of de documentatie van een specifieke technologie. We verwachten van ze dat ze na het lezen van de documentatie er zelf uitkomen maar documentatie uitpluizen is een vak apart. Ik krijg van studenten vaak te horen dat:
- In artikelen en documentatie veel technische termen en vakjargon staat die soms in de tekst verder niet verdiepend beschreven staat.
- Er worden veel afkortingen gebruikt, die studenten terwijl ze de tekst lezen ook weer moeten googlen.
- Veel nederlandse en engelse programmeertermen door elkaar heen. Soms is een tekst in het nederlands en staan er veel leenwoorden in.
Verbetering: Ik probeer met regelmatig artikelen en documentatie gezamenlijk met de klas nog eens door te lezen zodat ze de kans krijgen om er vragen over te stellen. Wellicht is hier nog een goede werkvorm voor om ze bijvoorbeeld vragen te laten formuleren en met elkaar te bespreken of ze zelf een verklarende woordenlijst te laten maken.
Hoorcolleges
Ik gebruik in mijn werkgroep heel vaak vakjargon en technische termen, meestal probeer ik ze uit te leggen maar vooral met programmeren zijn er veel verwijzinginen naar vakjargon die studenten niet altijd kunnen plaatsen.
Wat in een hoorcollege bij technische vakken erg goed werkt zijn live demo’s. Klassikaal vanaf het begin af aan een stuk code schrijven en studenten input laten geven of laten meeschrijven op hun eigen computer. Wat ook goed werkt is studenten voor de klas zelf hun code laten uitleggen en ze daarbij aansporen om zoveel mogelijk de vakjargon in hun uitleg te gebruiken.
Verbetering: In de lessen spoor ik studenten altijd aan om veelvoorkomende technische woorden op te schrijven en die te ‘leren’. Als je vakjargon niet beheerst is het soms lastig de colleges te volgen maar ook om met elkaar te communiceren. Als ik studenten help met hun code gebruik ik diezelfde vakjargon om een stuk code uit te leggen. Niet elke student (al gaat het over het algemeen best goed) maakt die woordenlijst voor zichzelf of neemt de tijd om die woorden zichzelf aan te leren. Bij het vak kan ik op brightspace een verklarende woordenlijst maken of verwijzen naar artikelen die vakjargon op een ‘simpele’ manier nog een keer uitlegt.
Schrijven
In de vakken die ik geef zijn schrijfopdrachten bijna nooit de afsluitende opdracht, maar wel onderdeel van de beoordeling. Code en een mondeling alleen geven soms niet alle informatie. Studentens schrijven vaak een ‘wiki’ waarin ze hun technisch onderzoek documenteren.
Wat me vooral opvalt is dat CMD’ers ‘visuele studenten’ zijn. Als ze moeten schrijven leggen ze (in mijn optiek) vaak de nadruk over de vorm en tool in plaats van de inhoud zelf.
Verbetering: Het beperken van de vorm maar ze in tools laten schrijven waarbij de vorm veelal vast staat. Door ze bijvoorbeeld in GitHub een wiki te laten schrijven hebben ze weinig controle over de vorm en forceer je ze te focussen op het schrijven en structureren. Wat studenten vaak nog lastig vinden is ‘wat moet er nu precies in komen te staan’? Bij sommige vakken laten we dat vrij open. Misschien werkt het nog beter om iets meer een template of outline (inhoudsopgave) te geven.
Toets screening
Binnen CMD zijn er weinig schriftelijke toetsen (althans in de lessen waarin ik les geef). Alleen bij inleiding programmeren zijn er tussentijds M.C. toetsen. Studenten zien een stuk code met een vraag eronder en geven het juiste antwoord.
De toets is digitaal en dat werkt goed. Studenten kunnen terug navigeren naar vragen maar de stukken code hebben ‘syntax highlighting’ (kleuren), iets wat op papier minder goed werkt. Er is een poule van 100 vragen waarvan de student willekeurig 15 vragen krijgt. De vragen zijn ook nog gemixt dus minder fraudegevoelig. Ook is er een timer die van 20 minuten aftelt waardoor studenten ten alle tijden weten hoelang ze nog hebben en kunnen inschatten hoeveel tijd ze hebben voor vragen die ze nog moeten beantwoorden.
- In de vragen van de toets staat veel vakjargon en engelse leeswoorden. Tijdens de toets staat er een vertaling van de engelse woorden naar het nederlands (ze mogen geen woordenboek gebruiken). Het is geen verklarende woordenlijst maar studenten geven aan soms woorden in het nederlands te zien ze dat helpt.
- De vragen die onder de stukken code staan zijn vrij kort. Vaak maar 1 zin waardoor er focus op de code is en niet de vraag.
- Er zitten wel een paar ‘flauwe’ vragen in als ‘welke van deze antwoorden is niet waar’. Of vragen die bijna open vragen hadden kunnen zijn ‘wat gebeurd er op regel 7’.
Verbetering: Als een student de lessen volgt en bijblijft met de stof halen ze eigenlijk altijd wel de toets. In een klas zijn er meestal een stuk of 3 / 4 die het de eerste keer niet halen. De studenten krijgen aan het eind van de les de gelegenheid om de toets in te zien om te kijken wat ze fout hebben gedaan. Als ik de toets met ze doorloop geven ze bijna altijd aan dat ze ‘te snel’ zijn gegaan en niet de tijd hebben genomen om de vragen of code goed door te lezen waardoor ze ‘stomme fouten’ maken. De tweede keer halen ze het eigenlijk altijd. Dat is een valkuil die misschien vaker in de les benoemd mag worden.
Notities
We hebben het in de tweede bijeenkomst over de volgende dingen gehad:
- Brug tussen verwachting van docent en wat de student kan op het gebied van taalvaardigheid.
- Spelling en grammatics is misschien wel het minst interessant, het gaat erom of je de student kan begrijpen en zich kan uitdrukken. Begrijpen studenten signaalworden?
- We hebben vaak een oordeel over studenten dat als ze slecht zijn in taal het ook minder goede studenten zijn.
- Lezen > begrijpen en relaties kunnen leggen. Schrijven > Formuleren en samenhang.
- Obstakels kunnen zijn: meertalig (nederlands niet moedertaal), instroom van het MBO. In het HBO zijn de zinnen complexer, hogere woordenschat, veel vakjargon en afname in sturing om verplicht te lezen.
- Er is een verschil tussen woorden voor begrijp (tekst begrijpen) en woorden voor kennis (de toets)
- Studenten kijken niet altijd even kritisch naar de auteur of wij het geschreven heeft (bronnen op waarde schatten)
- Uit de praktijk blijkt dat studenten weinig geduld hebben om teksten te lezen. Digitale artikelen met graphics werkt soms nog wel, veel kleine artikelen. Samen met docenten en studenten door de rubric lopen en daar vragen over beantwoorden. De kaders van de criteria schetsen. Moet taal onderdeel zijn van het beoordelingsformulier?