Bijeenkomst 6
Pitches over de huidige vorderingen van de analyse en uitleg over het verdere verloop van de BDB
Notities
Als je een nieuw vak of module wilt pitchen, kan je naar de opleidingsmanager gaan of misschien wel de voorzitten van de curcom.
HBO studenten willen wat meer uit de praktijk leren, misschien minder uit de theorie. Dus vanuit toepassen vertrekken en dan theorie eraan koppelen.
Belangrijk om te weten is dat online onderwijs geen kopie kan zijn van offline-onderwijs. Lesgeven via chat is geen goede optie. Het is aan te raden om de inhoud synchroon of asynchroon te doen via video en de chat vooral te gebruiken als feedback-middel of als manier om vragen te beantwoorden.
Betreft het tempo van het online-onderwijs is het raadzaam dit met ongeveer de helft terug te schroeven in vergelijking met offline-onderwijs.
Maar als stelregel is het aan te raden één keer per week contact te houden. Het is namelijk fijn om een bepaalde mate van sociale verbondenheid te houden.
- Geef studenten vooraf aan een VCL vragen mee die ze tijdens de classroom kunnen toelichten of beantwoorden.
- Opdrachten aanreiken kan op twee manieren: asynchroon of synchroon. Bij asynchrone opdrachten is er tijd om te evalueren en gedegen feedback te geven. Bij synchrone feedback, bijvoorbeeld in het geval van meerdere break-out rooms met kleinere groepen studenten zou men twee groepen de uitkomsten laten presenteren en daarop feedback geven.
Je kan online veel meer differienteren en mogelijkheden. Meer aan de slag met opdrachten buiten de les. Terug naar de kern van onderwijs, in plaats van alle fluff maar gewoon onderwijs geven en naar studenten.
Sleutel is antwoordmodel of multiple choice goede antwoorden. Rubrics zijn ook sleutels, de criteria in het model. Geef in je rubric ook aan wat zwaarder weegt, weegt de inhoud zwaarder dan proces? Zijn er bepaalde rows die zwaarder wegen?
Zijn er bepaalde marges waar je je aan moet houden? Ene docent geeft een 8, andere een 7. Is daar een regel voor? Je moet sowieso met elkaar om de tafel zitten. Richtlijn vanuit excom; 1.5 tot 2 punten. 3e beoordelaar naar kijken. Regelmatig met elkaar (kalibreren) en interbeoordeleraars betrouwbaarheid. Horizontaal nakijken
Dat zit wel goed is heel gevaarlijk om tegen een student te zeggen. Eindbeoordeling zou niet een soort verassing moeten zijn, dat kan je met formatief afvangen. Er is altijd een summatief beoordelen.
Sommige leerdoelen zijn best lastig summatief beoordelen. Dingen voorwaardelijk maken, weegt niet mee in cijfer.
Leerdoel stel je op aan de start, leeruitkomst aan het einde.
Rubrics; steeds meer naar 3 niveaus (single point rubric). 5 niveau’s is misschien wat teveel. Dus van 1 / 5 - 6 / 8 - 8+ onvoldoende, voldoende, goed. Een matig is niet zo heel nuttig.
Bij zoom zie je meteen de kleine schermpjes, in de classroom heb je maar 1 iemand in beeld dus dan is het eng om de andere mensen in beeld te zien.
- Heel veel mondelinge, kost veel tijd. Ik denk tja hoeveel draagt de uitleg soms bij? Als ze het documenten in 1A4. Maar vaak mondeling want uitleggen ofzo, code alleen is lastig.
- Verschillende clusters.
- Toetsmatrijs 5/6 in het midden. Wat vind je van de single point rubric.
- Verschil tussen product en persoon. Zacht voor de mens, hard voor het product. Progressie in rubric doornemen?
- Werken bijna alleen maar met rubrics (maar schaal 5/6 in het midden)
- AVV in combinatie met rubrics.
Positief: toetsen om te leren. Deeltoetsen. Eerst individueel en dan samenwerking, bijsturen. Zelf becijferen en een 5 geven, toen gaf de rest van de klas me een 7/8.
Negatief: M.C. toetsen voor afvinken. Tellen maar 10% van het cijfer. Toetsen waren niet op niveau.
Norm; gehele groep Ipastief